U bent hier

Janus was een vrouw

Aan weerszijden van de smeulende kaars
staat Janus met hoofden als trossen.
Haar ogen vieren de nacht, geopend en gezalfd.

Achter haar rug groeit een steenwit bed,
rijp als kokosmelk in verwelkende
monden die krioelen als rode vleesbloemen.
Het hemelbed werpt haar mantels af en onthult
haar kind, de gekroonde makaak.

Wachten op de zon kan hij niet, reeds danst hij
over de zonnebruine koorden die de daken tooien.

© Mattijs Deraedt, 2012