Je huid is als een laken strak getrokken
Tot achter je oren
Vastgekleefd aan het bed
De plekken bij je slapen die ik vastpak
Om je wakker te schudden
Waren als diepe kuilen in de aarde
Als een vaas wankelend op de rand van de tafel
Zo breekbaar fluisterde jij
Bang om je stem te verliezen
Zo gaat de dag over in niets anders
Dan een klok die uren wegtikt
En wacht tot jij weer op kan staan.