Gedrapeerde gordijnen
Overal tierelantijnen
Vaasjes beeldjes bont en kitsch
Alles staat vol nergens staat niets
Het tapijt knallend kleurig
Vazen met rozen, fleurig
Een bloemetjes behang
Een kroonluchter in de gang
Een uitbundig servies in een glimmend dressoir
En altijd staat verse koffie
Of een kopje slappe thee
En rookt tante voor de zon een sigaretje mee
De deur staat altijd open, wagenwijd
Voor gezelligheid is altijd tijd
Alles wordt aan de kant gezet
Op de klok wordt niet gelet
En door de schoongewassen ruiten
Kijk ik naar buiten
Naar de smoezelige chaotische straat
Waar elke auto dubbel geparkeerd staat
Naar de huizen aan de andere kant van de straat
Waar een plank loslaat
Van raam en deur
Waardoor de geur
Van buiten
Door ontbrekende ruiten
De stank van de brouwerij
Zich vrij
Mengt met plafonds en muren
Hier valt niets meer te huren
Zelfs niets te kraken
Verrot van onder ANP tot op de daken
Lege huizen, verwaarloosde straten
Troosteloos maar niet helemaal verlaten
Tante kwam hier een halve eeuw geleden aan
En wil hier nooit vandaan
Ondanks dat van vroeg tot laat
De beneden deur open staat
Het slot is kapot
En de vensters zijn verrot
Behalve de vertrouwde muren
Zijn er nog altijd bekende buren
Winkeltjes op elke hoek
Voor een tompoes of gevulde koek
Nooit hoef je ver te lopen
Alles kun je hier kopen
De winkel van Sinkel valt in het niet
Bij wat je hier om je heen ziet
Op de markt een Amsterdamse ui
En heeft de marktkoopman een goede bui
Dan krijgt ze er twee
Omdat ze bijna uitglee
Over de gladde straat
Die altijd ontstaat
Bij de viskraam
Daar ruikt het ook niet aangenaam
En bij ome Ko
Is het Kwekkeboom van Dobben of Febo
Koopt ze een kroket
Die volledig is geplet
Als zij bij ome Loek
Die woont 3 hoog boven om de hoek
Even kijkt of hij nog wel leeft
En hem de nog warme smurrie geeft
Zij houdt hem dagelijks in de gaten
Maar loopt zij door de straten
Dan gaat ook zij niet onopgemerkt
Sociale controle die positief werkt
Zonder de storende factor erbij
Een met zijn allen maar iedereen vrij
Alles aanwezig op een steenworp
En toch overeenkomsten met een dorp
De Pijp gezien door een wat roze bril
Zo zag ik het en dat is wat ik wil
Nu is de Pijp gesloopt
En onbetaalbaar herdoopt
Voor koopkrachtigere nieuwe mensen
Met luxueuzere wensen
In het huis van tante, zij woonde er met elf
Woont nu een ICT-er op zichzelf
Tantes huur was geen 30 gulden per week
Ik denk dat zij raar opkeek
Toen zij vernam
Dat de verkoopprijs op 495.000 euro uitkwam
De zolder telde niet mee
Die ging weg voor een ton of twee
Niemand zegt meer arrenmoedig
Alles weeld nu overvloedig
In Het Paardje waar tante een paar piek verdiende
Waar men lachte, teveel dronk en griende
Waar het Amsterdamse repertoire hard werd mee gelald
Wordt nu een onverstaanbaar Engels gebrald
Maar binnen in het café
Telt het verleden nog steeds mee
Als je je ogen dichtdoet
Komt de geur van toen je tegemoet
We dronken een glaasje op het terras
Tante liet merken dat zij er nog steeds was
We kregen een rondje van … ergens boven
Teveel toeval om niet te geloven
Ik ging voor tantes woning staan
Hoe vaak ben ik hier niet gewoon naar boven gegaan
Een druk op de bel
En dan snel
Naar boven lopen
Tegelijkertijd ging de bovendeur open
Tante in de deuropening
Die me altijd hartelijk ontving
Ik voel me hier nu een beetje vreemd
Ontheemd
De deur, die staat nog steeds open
Maar ik mag niet meer naar boven lopen
Verloren sta ik in de straat
Waar op een auto een reiger staat
Maar in mijn gedachten en in mijn dromen
Kan ik hier nog altijd thuis komen