Ik had het kunnen weten;
Toen we naar huis gingen;
Begon het net te regenen;
En liet je met je fluwelen stem steekwoorden vallen;
In de mist.
Ik had het moeten weten;
Jij, een wenteltrap van woorden van waanzin;
Trap op, trap af;
(Pas op —spekglad!)
Draaide mij rond en rond;
En door.
De duivel mocht het weten;
Zo fluisterde jij je fantasieverhalen;
En galmde je in dromen door;
Zo ben ik zomaar uitgegleden;
In de nesten genesteld.
Had ik het maar geweten;
Maar jij galmde je maar door;
En in nachtmerries door en door;
De grote klok nu je luisterend oor;
(Tik-tok, —pas op!)
pas op!