U bent hier

De ingang van de zee

Ik zoek je gezicht, je lippen
in de stokkende nacht

De ingang van de zee

Woorden, gedachten verslinden zoute waaiers van afstand
evenaren rumoeren maar zeggen niets

Onduidelijk waar herinneringen eindigen
aan welke zijden van het voorbije ze lekken, opgaan in iets

dat je verlaat
zich mengt met wat je niet meer kunt voelen

Schaduwen van struiken als sensueel tastende vingers
onder het felle geweld van lichtmasten

Duinen, cokesbergen, nachtelijke bittere witte walm
in de verte

Liefde morst oude beelden, je bent niet als die
korte stilstand, dat onwezenlijke momentane, net tussen eb en vloed

maar het steeds weer
terugtrekkende

© <auteur geanonimiseerd>, 2024