roerloos ligt de ruimte
tussen jou en mij
ik moet vertragen om te zien
hoe jij daar staat
aan de andere kant van de straat
vroeger stapte je zomaar in mijn veld
klakkeloos
drie kussen en een knuffel
duizend woorden
altijd net iets te dichtbij
dan vergat ik wat van jou was
wat van mij
nu balanceren we allebei
stapje naar voor stapje naar achter
passen we van binnen af
hoe ver dat is
anderhalve meter
er ontroert iets in de ruimte
tussen jou en mij
iets dat buitenom ontwaakt
een aarzeling die ons
tastbaar maakt