In het lantaarnlicht op straat stapelen zich
zoveel lagen, zo heel veel
tinten
geel op geel
dat je zou zweren dat het
oranje is -
maar wie beweert wat
over waarheid,
wat zegt de waarheid zelf?
Onze adem is van stof,
symmetrie
en witte ruis.
We kunnen er een huis mee opzetten.
Dus laten we
er een huis mee opzetten.
Laten we de wanorde omarmen;
de sterren
die uit het donker lekten
en longen
en koolzuur
in onze longen werden.
God,
bent u daar nog?
Wij, die zo kortademig zijn -
Van wie is de wereld die ik denk te kennen,
van wie
is ze echt?